Dick Boer - Augustus 2024

Dick Boer - Augustus 2024

Wat ontbreekt eigenlijk aan Tenach?

 

Soms bekruipt mij de gedachte: is Tenach mij als bijbel niet genoeg? Het Nieuwe Testament riekt mij toch teveel naar een ‘het is volbracht’ dat geen ruimte laat voor het ‘nog niet’ dat het antwoord op de vraag naar het ‘wanneer, God’ schuldig moet blijven. Ik besef, dat is vloeken in de kerk. Maar dat vloeken is misschien nodig om voor de nodige onrust in het kerkelijk bedrijf te zorgen. Ik weet: ook de apostolische geschriften kennen de gespannen verwachting en een goede christelijke theologie weet: geen christologie zonder eschatologie,  maar het ‘het is geschied’ (Openbaring 21:6) verleidt er toch steeds weer toe  om de komst van de messias te verkondigen als voldongen feit en te spreken van een ‘tekort’ van het dan niet meer Tenach geheten maar nu terecht zo genoemde Oude Testament.

Maar wat ontbreekt er eigenlijk in Tenach? Is het niet genoeg dat in de Tora ’om te beginnen’ (zoals René Süss het beresjit van Gen. 1:1 parafraseerde) verkondigd wordt dat wij mogen geloven in een wereld waarin de chaosmachten (het tohuwabohu) verdreven worden met het oog op een leefbare wereld? En draait de vreugde van de Tora die de kerk nog altijd niet viert niet om de verlossing uit de slavernij? Wat willen wij meer dan dat in de Profeten uitzicht geboden wordt op een terugkeer uit de vervreemding? Is het slot van Tenach, volgens de masoretische canon de Geschriften, niet de oproep op te gaan naar Jeruzalem (2 Kronieken 36:23)? Een open einde, ja. Maar kunnen wij daar niet mee leven?

De Joden hebben ermee geleefd. Voor hen was de enige troost zowel in leven als in sterven het Sjema: Hoor Israël, JHWH is onze God, JHWH alleen! Zou het gesprek met de synagoge er niet mee gediend zijn als ook de kerk het daarbij zou laten?

 

Dick Boer