Alex van Ligten - September 2024

Alex van Ligten - September 2024

Vertalen

 

Woorden uit een andere sfeer, een andere wereld zo vertalen dat ze niet alleen de oertekst weergeven, maar ook de gevoelswaarde laten horen, dat is af en toe moeilijk. Maar niet altijd. Soms wordt er ook alleen maar moeilijk over gedaan.

Als het lekker gaat, en je schiet aardig door de tekst heen, dan is het vertalen een van de meest leuke onderdelen van het werken aan/met de Bijbel. Zo verging het mij bij het eerste verhaal over Jakob en Esau. Eerst ging het allemaal vlot, maar toen stokte het en begon ik te zuchten en te kreunen. Bij een (in het Hebreeuws) tweeletterwoord! 

We zijn aangeland in Genesis 25:27. 

 

In de NBG-vertaling, ruim vijftig jaar de standaardtekst in protestantse kring, stond het zo: ‘Toen de jongens opgroeiden, werd Esau een man ervaren in de jacht, een man van het veld, maar Jakob was een huiselijk man, die in tenten woonde.’

Dat was niet bepaald een verbetering: in de Statenvertaling was Jakob nog een oprecht man. Wat is er huiselijk aan iemand die in tenten woont? Jakob was eerder een tentelijk man.

Huiselijk? Dat is: pantoffels aan, uit het raam kijken, straks een loopje door de buurt. Daarna gezellig naar een leuke kwis kijken met bekende Nederlanders die niets weten maar om alles heel hard lachen.

Beetje suf woord dus. Dat moet beter kunnen. Nu gaat de vertaler zoeken. Wat maken de andere vertalingen die hij in huiselijke kring gebruikt ervan? 

Er staat in het Hebreeuws tām.

Volgens het woordenboek betekent dat: geheel, compleet, volledig. Tamīm betekent: zonder smet, gaaf, rein (veel gebruikt in Leviticus bij het offeren), ongeschonden, intact. Het werkwoord waar dit alles vandaan komt, t-m-m, is: voltooid zijn, af zijn, klaar zijn. Van Noach en Abraham wordt gezegd dat ze tamīm zijn.

 

De oudste vertalingen, Septuaginta en Vulgaat hebben respectievelijk anthropos plastos (letterlijk: een ongeboetseerd mens) en vir simplex, een eenvoudig man.

In de moderne buurtalen houden de Engelsen het op ‘a quiet man, a plain man’. In Duitsland zegt Luther ‘ein frommer Mann’; ‘ein schlichter Mann’ is het bij Buber en Rosenzweig. De Bibel in gerechter Sprache: ein anständiger Mann. Chouraqui heeft in zijn Franse vertaling intègre. Bij Everett Fox is Jakob quiet.

In de nieuwere Nederlandse vertalingen (NBV, Willibrordvertaling en Oosterhuis/Van Heusden vinden we ‘een rustig man’, in de Naardense Bijbel ‘een man van eenvoud’. Albert Koster houdt het op ‘een man die gaaf was’. De Bijbel in gewone taal maakt een omschrijving: ‘Jakob was veel rustiger. Hij bleef graag dicht bij huis.’ Daarbij in de buurt zit de NBV die het vers afsluit met ‘… die het liefst bij de tenten bleef’.

 

Dat laatste, ‘wonende in tenten’ is (zie Gen 4:20) dé omschrijving van het herderschap. Vergeleken met het spannende leven van een jager, is dat herderschap een veel tammer bestaan..

 

Nu zijn de opgesomde vertalingen allemaal wel te gebruiken: rustig, anständig, quiet, schlicht, eenvoudig. Willen we het per se concordant blijven vertalen, op alle plaatsen waar het woord opduikt, dan lijkt Chouraqui’s weergave het mooist: integer.

Maar nu komt nog de beste weergave (ahum). Vaak verzuchten we dat een bepaald woord zich niet vertalen laat, met al zijn veelzijdigheid in de taal van herkomst. Vind maar eens de goede Nederlandse woorden die het Hebreeuwse origineel dekken. 

Maar nu hebben we, na alle omzwervingen, warempel een Hebreeuws woord dat rustig onvertaald kan blijven! Het zal ooit via het Jiddisch in het Nederlands terecht zijn gekomen en het stelt ons in staat om Gen 25:27 weer te geven met:

 

‘De jongens groeiden op; 

Esau werd een man, kundig in de jacht, 

iemand van het open veld, 

en Jakob een tam iemand die in tenten woonde.’

 

Alex van Ligten